Arbeidsomstandigheden en personeelsbeleid

Hoe zijn de arbeidsomstandigheden aan universiteiten, van zowel academisch personeel als facilitair personeel? Hoe zijn deze arbeidsomstandigheden veranderd/aan het veranderen en hoe hangt dit samen met het personeelsbeleid van universiteiten?

Inhoud

Verhalen van de werkvloer


Facilitaire dienst
De korte documentaire “Privatization & Working Conditions at the University of Utrecht” toont de gevolgen van uitbesteding voor de arbeidsomstandigheden in de facilitaire dienst van Universiteit Utrecht. Onder andere schoonmakers waren vroeger direct in dienst van de Universiteit maar inmiddels bijna overal werkzaam voor externe schoonmaakbedrijven die via uitbesteding worden ingehuurd. Vakbonden menen dat dit een grote oorzaak is van een toenemende werkdruk in de schoonmaak.

Promovendi
In maart 2011 protesteerden promovendi tegen het bursalenstelsel en reikten de ‘Mubarak prijs’ uit aan Sijbolt Noorda, voorzitter van de VSNU – Vereniging van Universiteiten. De promovendi – verenigd in promovendus.org – boden ook een petitie aan tegen de plannen voor het bursalenstelsel, waarin promovendi niet langer een salaris maar een studiebeurs ontvangen. Een deel van de universiteiten wil dat invoeren omdat het goedkoper is, maar volgens de jonge onderzoekers leidt het tot een verslechtering van de Nederlandse wetenschap.

In september 2011 werd bekend dat buitenlandse bursaal-promovendi bij universiteiten soms zo weinig verdienen dat zij de voedselbank bezoeken. “Het zou vooral om Chinezen gaan die aan de TU promoveren” meldde nu.nl. “Ze krijgen vanuit hun land van herkomst een studiebeurs, maar die is naar Nederlandse normen erg karig.... Volgens Sjoerd Keulen van Actie promovendus.org, een actiegroep die gelieerd is aan het Promovendi Netwerk Nederland krijgen de studenten van de universiteit 450 euro per maand. Met dat bedrag komen ze aan een inkomen dat rond het Nederlands sociaal minimum ligt.”

Salarissen

Universiteit Utrecht
Het salaris van voorzitster Yvonne van Rooy is sinds januari verlaagd naar de balkenendenorm van 193.000 euro. In het jaarverslag van de Universiteit Utrecht staat dat Van Rooy vorig jaar 260.000 euro bruto verdiende (NOS, 2-12-2011).

Verhalen van de werkvloer

Universiteit Utrecht: jonge docenten
“Het grootste deel van de jonge docenten maakt ruime overuren”, concludeerde Arvid van Dam naar aanleiding van zijn onderzoek naar jonge docenten en het personeelsbeleid van Universiteit Utrecht in de cursus How Does The University Work?.“Echter, met de werkervaring die door de jaren heen opgedaan wordt, neemt een deel van de werkdruk af. Het probleem hierbij is echter dat de docenten na maximaal zes jaar weer naar een andere baan zullen moeten verkassen. Veel tijd om een routine op te bouwen is er dus niet.” Van Dam comcludeerde: “De docenten voelen zich erkend in hun werk door collega’s en studenten, maar er komt weinig waardering vanuit de universiteit als instituut”. Een van de door Van Dam geinterviewde jonge docenten zei:

“Het voelt soms ook best een beetje wrang dat er hier allemaal mensen rondlopen in de zelfde positie die echt keihard werken en heel veel investeren, en dan na zo veel jaren of zoveel contracten er weer uitgemikt worden. en dan zijn er weer nieuwe mensen, die weer heel hard gaan investeren."

Universiteit van Amsterdam
In 2011 plaatste een studentenpartij uit Amsterdam (Ons Kritische Alternatief) enkele ’verhalen van de werkvloer’, anoniem ingeleverd, op hun website. 2 verhalen kwamen van parttime werknemers. Deze verhalen gaven een inkijkje in het personeelsbeleid van de UvA.

Zo had een parttime werknemer kritiek op het grote aantal parttime- versus vaste werknemers. 60% Blijkt parttime te werken en “bij het personeelsbeleid wordt niet gekeken naar de kwaliteit van je werk maar naar de verdeling tussen vast en parttime”. Parttimedocenten zouden bovendien niet genoeg ruimte krijgen om onderzoek te doen en “wanneer er geld nodig is wordt er gekeken naar de parttimers en niet naar het management of mensen met een vast contract”. Bovendien grijpen docenten “elke klus aan om zo een volledige baan bij elkaar te sprokkelen. Zo gaan collega’s zoveel mogelijk vakken geven, zonder dat ze daarvan genoeg kennis hebben.” Een ander punt van kritiek was dat een docent “niet betaald krijgt voor studenten die hun scriptie niet halen”.

In een ander ingezonden verhaal vertelde een masterstudent rechten aan de UvA dat parttimers soms gewoon fulltime werken: “Deze parttime docenten zijn soms trouwens gewoon ‘fulltime’ in dienst. ‘Parttime’ geeft volgens mij alleen aan dat deze docenten geen eigen onderzoek doen. In het beste geval werken ze wel als ‘research assistant’”. Bovendien meldde deze masterstudent dat docenten met elkaar concurreren met hun masters – “het feit dat ze graag ’hun master’ positief op de kaart willen (/moeten) zetten(i.v.m. andere ‘concurrerende’ masters)” – en daarom hun studenten erg hoge cijfers geven ongeacht “eigen verdieping en (kritische) inbreng”.

Een andere parttime werknemer – “enkele jaren geleden op een tweejarig contract als docent aangenomen” – beklaagde zich over het feit dat “dat niemand verantwoordelijkheid wil nemen. (…) Wie neemt hier nu eigenlijk de beslissingen? Wie moet ik aanspreken om duidelijkheid over mijn positie te krijgen? Ik heb geen idee. De indruk wordt gewekt dat er hogere krachten aan het werk zijn, waarop niemand greep heeft. Dat lijkt mij een onwenselijke situatie. Daarnaast wordt soms zonder enige nadere argumentatie het aantal uur dat je als docent krijgt voor het verzorgen van een module drastisch verminderd, wat tot gevolg heeft dat de werkdruk ieder jaar toeneemt.” Bovendien ontbreekt er – ook na goed ingewerkt te zijn – een vooruitzicht op een vast contract, en blijkt zijn/haar faculteit “een deel van het personeel flexibel, en dus in tijdelijke dienst” te willen houden.

Vrije Universiteit
Op 8 mei 2012 publiceerde een anonieme groep ‘verontruste VU’ers’ van de Vrije Universiteit een anoniem opiniestuk in Ad Valvas over het personeelsbeleid getiteld “Dekoloniseer de VU. We zijn geen koekjesfabriek”.

Het lijkt wel alsof de VU wordt gekoloniseerd. De wetenschappelijke cultuur wordt geïnfiltreerd door de managementcultuur. De universiteit wordt geleid door bestuurders die geen hart lijken te hebben voor de universitaire sector, voor onderwijs en onderzoek. Zij herprofileren de universiteit als een economische entiteit, maken er een bedrijf van. Dat voelen we in het personeelsbeleid, het beleid ten aanzien van wetenschap en onderwijs en ook in de dagelijkse uitvoering van onderzoek, onderwijs en ondersteuning daarvan. ... Tegelijk wordt het niet-wetenschappelijk personeel met ontslag bedreigd. Vaste aanstellingen verdwijnen in een gestaag tempo. Meer dan 50 procent van het academisch personeel is jonger dan 35 jaar. De flexschil – het aantal mensen op een tijdelijk contract – is op onze universiteit toegenomen tot meer dan 40 procent. Dit alles bedreigt de onderlinge cohesie, betrokkenheid en continuïteit op de VU.