Kwaliteitsmeting

De kwaliteit van universiteiten haalt regelmatig het nieuws. Van de kwaliteit van universiteiten verschijnen regelmatig ranglijsten. Hoe wordt deze kwaliteit eigenlijk gemeten? En wat voor invloed hebben deze kwaliteitsmetingen?

Publicaties
De publicatiedrift van Nederlandse wetenschappers neemt groteske vormen aan. Dat meldt NRC Handelsblad 17 maart 2012. Grote aanjager van het publicatiecircus is de ‘H-index’, die telt hoeveel artikelen een onderzoeker publiceert en weegt mee hoe vaak die worden geciteerd door anderen.

Kritiek
UvA socioloog Christiaan Bröer vertelde in een gastlezing bij How Does The University Work?. dat perverse prikkels ontstaan doordat de positie van academici steeds meer afhangt van hun gemeten scores. Het aantal publicaties in peer-reviewed wetenschappelijke journals telt hoog, evenals enquêtes afgenomen door externe partijen. De ranglijsten die hieruit volgen verliezen echter hun waarde omdat wetenschappers zich steeds meer focussen op deze ranglijsten en manieren vinden om hun scores te verhogen, zonder dat daar daadwerkelijk wetenschappelijke prestaties tegenover hoeven te staan. Kwantiteit gaat gelden boven kwaliteit. De tendens ontstaat om bijvoorbeeld zoveel mogelijk spin-offs te publiceren van eenzelfde artikel en eigen werk groter te laten lijken dan het is. “Een korte verkenning of essay noemen we een wetenschappelijk artikel, een medewerking aan een bundel noemen we een boek”, aldus Bröer. Een bijeffect is dat er op faculteiten een competitiecultuur ontstaat waarbij iedereen altijd minder is dan iemand anders en het “nooit genoeg is”. Er is immers altijd wel een academicus die hoger scoort dan jijzelf, zelfs voor hoogleraren.